De rest van de wereld



Een opgepoetste heuvel

Een opgepoetste heuvel

De koning die geen koning wilde zijn had het nog niet zo makkelijk. In zijn ijver de heuvels te ontwikkelen tot nieuwe paradijsjes joeg hij iedereen op. Niet alleen de mensen in de dalen, die zwoegden en zweetten, als straf voor het Grote Erg. Ook de mensen rondom de koning, die al wat verderop of zelfs helemaal bovenop de heuvel zaten, moesten aan de slag. Tegenspraak werd niet geduld. Van niemand. Zelfs de eigen schaduw van de koning moest hem volgen en napraten zoals de koning wenste.

Het leidde tot veel ongenoegen op de heuvel. De koning maakte daarmee korte metten: iedereen die niet voor hem was, was tegen hem. Broers, halve neven, strijdmakkers: ze konden vertrekken naar verre oorden, als ze al niet zelf het besluit hadden genomen om dat te doen. Zelfs zijn eigen bewakers vertrouwde hij niet. Eerst dacht hij dat te verhelpen met een forse extra beloning, toen draaide hij zijn tactiek honderdtachtig graden en gooide hen in de grot, bij diegenen die daar door toedoen van diezelfde bewakers al in terecht gekomen waren.

Vanaf een afstandje zag je dal die ontwikkelingen niet zo. Dat gold in het bijzonder voor de rest van de wereld. De rest van de wereld was vooral verblind door de mooi aangeharkte akkertjes, opgepoetste paden, schoongeveegde wegen en glanzende nieuwbouw die op de heuvel was verrezen. dat was toch mooi aan de koning te danken.

Die kreeg van de rest van de wereld dan ook alle krediet. Niet dat ze doof of blind waren door de minder fraaie dingen die er op de heuvel plaatsvonden. Maar uiteindelijk vonden ze dat niet zo belangrijk als de schoongepoetste paden en aangeharkte akkertjes. Daarmee leek de heuvel namelijk een beetje op hun eigen wereld, achtertuin, woonerf of plantsoen en niet zoals op al die andere heuvels van het continent die er doorgaans nogal verslonsd en onderontwikkeld uitzagen.

Nee, de heuvel van de koning was volgens de rest van de wereld nu eens een schoon voorbeeld hoe je met ontwikkelingsgeld (Waarde) snel en veel kon bereiken: hier had je resultaat van je werk. Ze vertaalden dat in dikke rapporten van de Bank van de rest van de wereld en diplomatieke taal en evaluatie missies.

Daarin was de rest van de wereld onverbetelijk. Sterker nog, onveranderlijk. Want precies dezelfde rapporten en evaluaties en diplomatieke taal had ze gebezigd in de tijd toen de koning nog geen koning was. Dat was in de tijd voor het Grote Erg. Verblind door alle mooie resultaten had de rest van de wereld niet in de gaten hoe op de heuvel een vreselijke machtsstrijd woedde. Uiteindelijk zou dat exploderen.

De rest van de werled was geschokt en vroeg zich af waarom en hoe ze dat nu over het hoofd hadden kunnen zien. Ze hielden er lange conferenties over en schreven weer dikke rapporten waarin tot in detail werd uitgelegd wat ze over het hoofd hadden gezien en hoe en waarom.

Maar ja, vandaag zijn al die rapporten al weer lang vergeten. De rest van de werld brengt mea culpa bezoekjes aan de heuvel en zegt dat het de koning toch goed gelukt is om de akkers aan te harken, de wegen op te poetsen en de gebouwen te laten glanzen. Wat de rest van de wereld niet ziet, of wil zien, is dat maar een klein deel van de mensen op de heuvel daarvan profiteert: de meesten leven in de dalen en onder de armoedegrens, die nu eenmaal altijd op dalniveau verkeert.

Als een enkeling uit de rest van de wereld daar wat van zegt, dan wacht hem het verwijt van collaboratie en nog meer, dan schudt de rest van de wereld het hoofd om zoveel dommigheid en wijst de koning naar de grot. Daaruit klinkt steeds luider de roep van diegenen die gehoord willen worden.




Comments

No comments posted

Your comment


ANTI-SPAM:






Overview