Onderwijs te koop; toekomst te grabbel



Het droge seizoen is bijna voorbij. Ik merk het aan de zon, die weer vermoeiend schijnt, de hitte die al ’s morgens vroeg het balkon geselt. Een week of wat geleden was er een regenbuitje, het duurde niet lang, maar genoeg voor de eerste stroomstoring sinds maanden, die tot lang na de laatste druppels aanhield. En net als bij het begin van het droge seizoen, nu een maand of vier geleden, hield ook nu de watertoevoer al een paar keer op, gewoon, alsof dat bij het ritme van de dag hoorde.

Ik vroeg aan mijn vrienden waarom er geen water was – een hele domme vraag, maar ja ik had op dat moment geen andere in mijn hoofd – en hun antwoord was ‘’Omdat Kabila.’’ (‘’Parce que Kabila’’). Logsich antwoord: de president laat niet na via billboards en natonale televisie zijn successen en resultaten te prijzen, dus is het een logisch gevolg dat als er iets mis gaat, dat ook op zijn conto wordt geschreven. Er gaat heel veel mis in Congo.

Mijn sociale circuit in Kinshasa bestaat uit jonge mensen, jongemannen en jonge vrouwen van tussen de 20 en 30 jaar. Ook logisch, maar niet voor u in Europa, daarom leg ik het even uit. Bijna tweederde van de bevolking in Kinshasa (en dus in Congo en ja, zelfs in Afrika) is jonger dan 25 jaar. Dus is het logisch dat je eerder in aanraking komt met deze generatie dan met een oude heer of dame van rond de vijftig. Ik ken ze wel hoor, die laatste categorie, het zijn de vaders, moeders,ooms en tantes, soms grootouders van mijn kennissenkring.

Mijn vrienden en kennissen zijn de toekomst van Congo, ze staan immers allemaal redelijk aan het begin van hun carriere: ze studeren (de meesten), ze werken als taxi-chauffeur, of als bediende in een restaurant, bij een klein bureautje als administratief ondersteunend iets. Ze hebben de toekomst voor zich. Tegelijkertijd is die toekomst ook het heden. Voor hen. Ze zullen nooit veel verder komen dan bediende, administratief iets, taxi-chauffeur en ook met een diploma van een of andere universiteit zijn er geen garanties op een baan, een carriere, een toekomst. Ze zullen nooit veel verder komen dan vandaag.

Een studie kost schuiten geld aan inschrijving, aan studieboeken en om examens te kunnen doen. Heb je een examen gedaan, dan is het nog maar de vraag of je dat met een voldoende kunt afsluiten. Dat ligt niet aan jouw capaciteiten, maar aan de gretigheid van de professor. Heeft hij al voldoende geld verdiend aan het verkopen van zijn eigenhandig volgepende studieboeken, of moet hij nog wat extra binnenhalen? In dat geval geeft hij je gewoon een onvoldoende en wil/moet je het examen overdoen. Dat hoeft niet echt, je betaalt een door de professor vastgesteld tarief (50 dollar per examen, kan ook 100 dollar zijn) en dan ben je alsnog geslaagd. Sommige studenten – correctie, de meeste – betalen 200 tot 250 dollar omdat ze vijf examens niet zouden hebben gehaald. Het gemiddeld jaarinkomen in Congo is 1 dollar per dag... behalve voor professoren natuurlijk.

Net als in andere sectoren, is ook het onderwijs in Congo gewoon te koop: dat leidt tot gevulde zakken van de professor, niet tot goed opgeleide studenten en al helemaal niet tot een nieuwe generatie die goed voorbereid en degelijk gestudeerd de toekomst binnenstapt.  Of ik weer eens overdrijf? Ik zou wel willen maar nee, want ik ben nog niet klaar en de verhalen komen recht uit het hart van de Kinois samenleving – diegenen die het mij vertellen, zijn de slachtoffers van deze merkwaardige woeker educatie.

Een vriendin moet voor een ingewikkelde visum procedure diploma’s overleggen van voortgezet onderwijs en hoger onderwijs. We gaan naar het gebouw van de Inspecteur Generaal van het Voortgezet Onderwijs: een braak liggend terrein bezaaid met het vuilnis van de laatste decennia, omzoomd door kantoor- en schoolgebouwen. Het zijn stuk voor stuk ruines, in de bibliotheek is geen ruit meer heel, geen boek ongescheurd en onbeduimeld, de schoollokalen zijn als koeienstallen uit de jaren dertig van onze vorige eeuw: hol, donker en stinkend. Niet een ideale onderwijsomgeving waar met plezier wordt les gekregen, laat staan gegeven.

De vriendin heeft haar eindexamen voortgezet onderwijs gehaald in 2009, maar er is nooit een diploma verstrekt. Ook nu niet, vijf jaar later. ‘’Ce n’est pas encore arrive’’, zegt de onderwijsbeambte: het understatement van het jaar. Helaas zal ze niet de enige zijn met dit soort vileine opmerkingen: ook het diploma van de opleiding marketing, die de vriendin nadien heeft gevolgd, is er nog niet en dat geld ook voor de cijferlijst van de opleiding landbouw die ze nu volgt.

De papieren zijn volgens de overleving ergens bij een drukkerij in Londen want in heel Kinshasa is geen drukmachine te vinden die diploma’s kan printen. Londen is ver en duur, de Congolese overheid heeft geen geld, of in ieder geval er geen geld voor over, om de drukkerij daar te betalen en dus komen de diploma’s in kleine voorraadjes deze kant op. Als ze al komen.

Wat te doen als de buitenlandse ambassade daar niets van wil weten en gewoon diploma’s van de Congolese overheid eist, met notariele legalisaties en handtekeningen en die hele poppenkast? Een terechte eis, daar torn ik niet aan. Wel dan wordt er gewoon gehandeld. Er wordt betaald omdat door de beambten van het Congolese onderwijsapparaat geeist wordt. Er komt niets in beweging zonder dollars: 100 dollar voor een verklaring van de Inspecteur Generaal van het Voortgezet Onderwijs, 100 dollar voor de marketingjongens en nog eens 50 dollar voor de andere opleiding. Voor die bedragen mag de student dan wel zelf bepalen in welk jaar hij of zij is afgestudeerd.

Onderwijs is handel, de diploma’s – hoe belangrijk ook voor iemand die een toekomst wil opbouwen – ook. Dus de toekomst is handel en daarmee dus zonder enige werkelijke waarde. ‘’Het is het ritme van het land’’, wordt me verteld, nee sterker, daarmee wordt ik gerustgesteld. Het ritme bestaat uit het schuiven van dollars, altijd weer, overal en voor iedereen. Zonder die dollars geen toekomst, met die dollars natuurlijk evenmin, want uiteindelijk vinden al die afgestudeerden elkaar, berooid en leeggeplukt, in de cite van Kinshasa: ze verkopen omeletten, telefoonkaarten, ze rijden in taxi’s of op taxi-motors. De ingenieurs, de doctoren, de meesters in de rechten en al die anderen, die zich jaar en jaar uit in stinkelende, donkere en holle klaslokalen hebben gebogen over te duur aangeschafte studieboeken, met veel dollars afgekochte examens, om tenslotte te horen dat het vereiste en vooral verdiende diploma ‘’nog niet is gearriveerd’’.  

Het ritme van Congo trekt zich niets aan van de toekomst van het land, de hoop van de nieuwe generatie en vooral niet van haar kwaliteiten. Op een gegeven moment heeft de student in kwestie geen geld meer en dan rest er niets anders dan de straat. Dat is het echte ritme van een land, van een overheid, dat niets geeft om de toekomstige generatie. Om haar eigen toekomst dus. ‘Parce que Kabila.’’

 




Comments

No comments posted

Your comment


ANTI-SPAM:






Overview