Publiek domein



Strand, niet bij Den Haag maar Lake Kivu…

Strand, niet bij Den Haag maar Lake Kivu…

Ik ben weer in Nederland en de oplettende lezertjes zal dat wel opgevallen zijn: de frequentie van de blog gaat dan altijd aanzienlijk omlaag. Nederland is altijd wat wennen voor me: inderdaad het weer, de vallende blaadjes, de vroege donkere avond en boerenkool met worst, en niet te vergeten de mega-Albert Heijn hier om de hoek, waarin ik steevast verdwaal tussen de 88 soorten maandverband en 92 soorten hondenbrokken.

Nederland is ook afwijkend voor me door een heleboel andere dingen waarmee ik niemand wil lastigvallen. Maar ik haal er twee uit: het luidop bellen per mobiel in de openbare ruimte (straat, park, bus, tram, trein) – niemand schijnt het hier te storen als een dame ten overstaan van een volle Randstad Rail haar salariswensen bespreekt met een toekomstige werkgever, terwijl de intercom rustig doordendert “Volgende halte… Elandstraat”.

En het andere is het in het openbaar verorberen van frikandellen, broodjes gezond en ander vettig spul: ik ben het ontwend dat mensen in tram, trein, bus, op straat luid smakkend en boeren latend rondlopen. De openbare ruimte is van iedereen en dus van niemand, dat wil zeggen van ieder voor zich: een omgeving waarin partijen als Wilders lekker gedijen, want iedereen neemt dan immers al snel aanstoot aan iedereen.

Ik kan dit lekker opschrijven, dat weer wel, want Nederland is ook een land waar je dingen lekker kunt opschrijven en publiceren: er is hier een ongeremde en ongekende vrijheid van expressie. In Rwanda doe ik dat niet. Zeker, het is dezelfde weblog maar toch houd ik me in. Ik vermijd politiek gevoelige onderwerpen, draai er omheen, noem nooit namen, verwijs nimmer naar specifieke situaties. Je leert je snel aanpassen in een land waar vrijheid van meningsuiting een net verworven en ontontgonnen terrein is, en waar die vrijheid dus met handschoenen moet worden aangepakt.

Dus heb ik nog nooit iets gehoord over die weblogs, en dat niet alleen omdat ze in het Nederlands zijn geschreven, want als Rwandezen hun best doen, dan kunnen ze ook Nederlands lezen, als ze willen en het nodig vinden.

Van Rwandese kant dus nada – maar dat geldt merkwaardig genoeg niet van de Nederlandse kant. Merkwaardig? Ja en nee, ik zal het uitleggen. Op deze weblog verschijnen gedachten en ideeen van mij die ik leuk vind om op te schrijven. Ik weet dat ze gelezen worden, ik ben bovendien journalist genoeg om dat ook als doel te hebben.

Er wordt op gereageerd, niet veel, maar wel wat. Ook dat is mooi, ook dat is een doel. Soms wordt er op gereageerd op een manier die ik niet passend vind, dan plaats ik de reactie niet: het is tenslotte mijn weblog en als je graag je ei kwijt wilt maar je doet dat niet fastoenlijk dan moet je maar een eigen blogje beginnen: kost niets.

Soms wordt er gereageerd rechtstreeks, dat wil zeggen dat ik aangesproken wordt. Niet op straat maar in gelegenheden waar mensen komen die zich door een weblog aangesproken voelen. Het is soms, maar als het soms is is het wel altijd als het gaat om ontwikkelingssamenwerking en om de wereld daar om heen. De wereld daar om heen is de wereld van Ontwikkelingssamenwerking, als u begrijpt wat ik bedoel.

Ontwikkelingssamenwerking vindt het nooit leuk om gekapitteld te worden en daar kan ik inkomen: kritiek is niet wat je horen wilt als je vindt dat je goed doet en goed bent. Maar dat betekent niet dat ik vind dat je daarom van kritiek ontheven bent, integendeel.

Geldt ook voor Ontwikkelingssamenwerking, met een hoofdletter inderdaad omdat het hier het departement en zijn dependances in het veld betreft. Recent werd ik onderhouden over een weblog, waarbij niet betwist werd dat wat ik had geschreven waar was, want dat was het wel, nee: ik had het niet moeten publiceren. Het ging om de blog Tippelzone, voor diegenen die nu nieuwsgierig zijn geworden. En hetzelfde gold voor iemand anders bij de blog Geld Stinkt, waarvan de constatering van feiten als zodanig die daarin werden gepubliceerd door mij van een kwalificatie had moeten worden voorzien – uiteraard de kwalificatie die de aangesprokene zelf graag had willen publiceren.

Ik ben nog steeds wat van mijn a propos en het moet ook niet veel gekker worden. Ik mag geen feiten publiceren en ik moet een mening publiceren als daarom gevraagd wordt? Zelfs Rwandezen maken het met hun vrijheid van nieuwsgaring nog niet zo bont – gidsland Nederland daarentegen wel, dat wil zeggen ontwikkelingssamenwerking, al dan niet met kapitaal: dat zijn de oppergidsen in deze.

Maar het past wel weer in het begin van deze blog: het publieke domein is van iedereen geworden en daarmee is het privedomein (van een blog) ook verdwenen, want dat is eveneens onderdeel van het publieke domein verworden.

Ik wacht nu nog op publieke correcties van mijn prive dagboek.




Comments

No comments posted

Your comment


ANTI-SPAM:






Overview