Wij noemen hen:
“Vluchtelingen
Migranten
Asielzoekers
Gelukszoekers
Allochtonen
Buitenlanders
Vreemd volk
Ander volk
Zwarten
Baardmannen
Sluiervrouwen”
Wie zijn wij? En wij zijn hen? We dehumaniseren mensen. Waarom? Om onszelf beter te voelen dan we zijn? Superieur? Een rechtvaardiging te zoeken om de ander geen plaats te geven waar wij ons bevinden? Om onderscheid te maken tussen wij, die hier al wonen, en zij die gastvrijheid vragen? Om verschil te maken tussen wie rechten heeft en die moeizaam of niet krijgt.
Dehumaniseren leidt tot scheiding, uitsluiting, intolerantie, xenofobie, racisme, vreemdelingenhaat. Wij allen zien en merken het elke dag.
Iemand legde daar een poos geleden een mooie getuigenis van af. Ik citeer:
“Heel lang geleden was er eens een land dat asielzoekers als mensen behandelde. Dat land heette Nederland. Toen ik als klein meisje van zeven met mijn moeder en zusje van drie uit Turkije moest vluchten voor het Turkse regime, nodigde de Nederlandse regering ons uit en betaalde zelfs onze KLM tickets. Mijn vader wachtte daar al op ons. Zijn reis was een stuk zwaarder geweest, over de bergen van Iran en Irak. De kerk richtte ons huis in. Mijn moeder kreeg een mooi kruis om boven haar bed te hangen en ook al waren we niet gelovig de nonnen vonden dat we wel een handje hulp konden gebruiken waar die dan ook vandaan zou komen best. Dat kruis hangt nog steeds boven mijn moeders bed. Ik en mijn zusje mochten naar school en mijn ouders mochten meteen Nederlands leren. We werden geaccepteerd door de buren, docenten en hadden al snel vriendjes. Ik weet het, u gelooft mij niet, maar toch is dit verhaal echt gebeurd!
Na een zorgeloze jeugd ging ik studeren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Tijdens mijn studie ontdekte ik langzamerhand dat de vluchtelingen die nu in Nederland aankwamen, opeens als derderangs burgers werden behandeld. “Allemaal gelukszoekers.” Geluk ligt waar je familie en vrienden zijn, waar je je thuis voelt. Niemand verlaat zijn thuis voor de lok, ook ik niet. Ik besefte steeds meer dat ik enorm veel mazzel had gehad. Als wij 15 jaar later waren gevlucht had ik nu dit stuk niet kunnen schrijven, zat ik nu in een AZC wachtend op het moment dat ik gedeporteerd zou worden. De mogelijkheden die ik in Nederland heb gekregen wilde ik ook graag aan andere vluchtelingen bieden. Actief worden binnen een politieke partij, in de hoop iets te kunnen doen, leek mij de enige oplossing. Met de SP hoop ik binnen Amersfoort een verschil te kunnen maken in de levens van vluchtelingen. We vergeten vaak dat hun levens al jaren stil staan, wachtend in een AZC. Daar zit enorm veel levensvreugde, kennis en passie weggestopt.”
Er is veel veranderd tussen toen, de schrijfster legde haar getuigenis vast in 1998, en nu. Zowel met de humaniteit, als met de auteur zelf. Ze heet Dilan Yesilgöz. Ze is geen lid meer van de SP, maar maakte carrière binnen de VVD, waar ze vandaag een hard en inhumaan asielbeleid bepleit. Nu als minister van Justitie, straks als lijsstrekker van haar partij. En, wie weet, als de eerste vrouwelijke premier van Nederland, die hier dankzij gezinshereniging als vluchteling kon komen.