Geschiedenisles voor historicus en demissionair Rutte
Op 19 december vorig jaar sprak een toen nog gewone premier Rutte de volgende woorden, bij de herdenking van de slavernij:
“Wij, levend in het hier en nu, kunnen slavernij alleen in de allerduidelijkste bewoordingen erkennen en veroordelen als misdaad tegen de menselijkheid. Als een misdadig systeem, dat wereldwijd onnoemelijk veel mensen onnoemelijk veel en groot leed heeft gebracht, en dat doorwerkt in de levens van mensen hier en nu.(…)
We lezen over geseling en marteling tot de dood erop volgde, over mensen van wie ledematen werden afgehakt, over brandmerken in het gezicht. Het lot van de ene persoon nog verschrikkelijker dan van de andere, op elke pagina onrecht en nog meer onrecht.
Ik heb die verandering in denken ook persoonlijk doorgemaakt – daar wil ik open over zijn. Lange tijd dacht ik dus eigenlijk: het slavernijverleden is geschiedenis die achter ons ligt.
Maar ik had het mis. Want eeuwen van onderdrukking en uitbuiting werken door in het hier en nu. In racistische stereotypen. In discriminerende patronen van uitsluiting. In sociale ongelijkheid.”
Nog geen half jaar, op 16 juli van dit jaar, later sloot diezelfde meneer Rutte, inmiddels demissionair, een deal met de racistische Tunesische president Saied. Een etmaal daarvoor (sic!) had diezelfde Saied honderden zwarte Afrikanen letterlijk de woestijn in gejaagd. Zonder eten, zonder drinken. Als ze niet waren gevonden door Libische grenswachten, waren ze door hitte, dorst of honger omgekomen. Alleen omdat ze zwart zijn.
Komt de spijt pas als dit gruwelijke feit geschiedenis is? Of krijgen deze vorm van onderdrukking, racistische stereotypen, misdadig handelen van een dictator ook al in het heden erkenning? En dus geen deal, geen handen schudden, geen platitudes waarachter Rutte zich nadien verschuilt?
Op 5 juli jl. sprak de toen nog gewone premier Rutte de volgende woorden, bij de opening van het Vrijheidsmuseum in Groesbeek:
“In 1944 waren Ria Rosendaal en Maria Diedenhofen 7 jaar. Twee heel gewone meisjes.
Eentje uit Nijmegen en eentje uit Hau, vlakbij het Duitse Kleef. Ze gingen naar school, speelden met hun broertjes en zusjes, en maakten plezier. Zoals alle kinderen doen. Tot de bombardementen op hun stad een einde maakten aan de illusie van veiligheid.(…)
Vandaag, bijna 80 jaar later, hebben Ria en Maria hier iets over hun achtergrond verteld.
Om ons te herinneren aan wat er kan gebeuren als we even niet opletten.
Ons te waarschuwen.
En ons aan te sporen op te staan als vrede, vrijheid en veiligheid in gevaar komen.
En helaas weten we hoe nodig dat is.
De ervaringen van Ria en Maria zijn die van alle kinderen die te maken krijgen met oorlog en geweld.
We zouden het hier, in ons deel van de wereld, soms bijna vergeten.”
Nog geen 24 uur later eiste diezelfde meneer Rutte dat kinderen van oorlogsvluchtelingen niet meer verenigd mochten worden met hun vader of moeder. Dat ze moesten blijven tussen Syrische of Jemenitische bombardementen, niet in veiligheid. De ervaringen van Ria en Maria waren niet bijna, maar geheel geen actieve herinnering meer. Het kabinet viel erover: de gezinshereniging.
Welke Rutte moeten wij geloven? Die van 19 december 2022? Die van 16 juli 2023? Die van 5 juli 2023? Die van 7 juli 2023…? Of beter geen enkele.
Comments
No comments posted
Your comment