Op het bureau staan twee vlaggetjes met de Rwandese driekleur. Daarachter zit een ambtenaar. Hij snuffelt in stapels papieren. Afgelopen woensdag heb ik een dossier ingeleverd waarmee ik een identiteitskaart kan krijgen. “Vrijdagmorgen klaar”, had de man gezegd. Het had twee maanden geduurd om het dossier bij elkaar te scharrelen, vooral de noodzakelijke overboeking van €8,= had anderhalve maand in beslag genomen.
Deze vrijdagmorgen is er niets klaar. Sterker nog, als ik om 08.15 uur aankom, is er zelfs geen ambtenaar. Die is er om 11 uur wel – ik ben in de tussentijd naar huis gegaan, niet dat jullie denken dat ik drie uur heb gewacht: ik ken Afrika een beetje inmiddels.
Hij duikt het dossier op en begint in indrukwekkende cahiers de informatie over te schrijven. Ik zeg dat het een hele procedure is, op die manier. Meer om de tijd te doden eigenlijk. Hij antwoordt dat Rwanda een gastvrij land is, dat de Immigratiedienst met de armen wijd vreemdelingen zoals ik welkom heet, dat er vrede is, stabiliteit en ook nog een goed klimaat. Ik weet niet of hij denkt dat ik denk dat ik dat geloof en ik denk dat hij denkt dat hij heel goed weet dat ik weet dat hij het niet meent. Maar tja, we moeten wat, om de tijd te doden.
Dan vult hij de felbegeerde (?) identiteitskaart in, overhandigt die met een trots gebaar: ik ben een beetje Rwandees geworden. De hele gang van zaken doet me denken aan Verdonk en al haar inburgeringskrampen. Niets is ervan terecht gekomen, zoals er van heel veel van haar anto-vreemdelingenpolitiek niet veel terecht is gekomen. Maar het imago wil het tegendeel. Wat dat laatste betreft zou ze het (ook) goed doen in Rwanda: een imago is belangrijker dan de inhoud.
Recent vertelde iemand me dat er op wijkbureaus (cellules, voor Rwanda kenners) nu speciale kastjes hangen. Daarin mag iedereen die dat wil klachten en opmerkingen of iemand anders deponeren. Ook anoniem of met een valse naam, niemand kan dat controleren. De vraag is wat er gebeurt als die kastjes worden geopend en de inhoud gelezen en gecontroleerd. In een land als Rwanda leidt dat al snel tot speculaties en angst: wat wordt er door wie tegen mij beweerd?
Het bijzondere is bovendien dat dit zich afspeelt juist nu de gacaca volksrechtspraak op z’n einde loopt. Rond de 700.000 verdachten zijn er behandeld en afgevoerd of opgesloten – in beide gevallen gebrandmerkt. Waarom uitgerekend nu een nieuwe verklikkerslijn?
Ik leg een link met de verkiezingen voor het parlement op 15 september. Maar tja, wie ben ik? Een Europeaan, Nederlander ook nog, die altijd met een kritische blik bezig is. Altijd maar het’waarom wil weten.
En dat in een land waarin geen waarom bestaat.