Wie in Rwanda van A naar B rijdt komt om de vijf à tien kilometer twee geelgeheste jongens tegen: de verkeerspolitie. Ze zijn van verre te herkennen, niet alleen aan die fel fluoriserende jasjes, maar vooral aan hun landerige houding. Bovendien zijn ze altijd met z’n tweeën: eentje links van de weg, eentje rechts.
Ze zijn er in het kader van de verkeersveiligheid en terecht: Afrika is het meest verkeersgevaarlijke continent van de wereld. Rwanda steekt er ook in dat opzicht fantastisch bij af: het aantal ongelukken (vrijwel altijd met dodelijke afloop) is drastisch gedaald, hoewel ik dat cijfermatig verder niet kan onderbouwen.
De agenten letten op snelheid en doen dat op het oog: er komt geen flitscamera aan te pas. Rijdt u harder dan 60 à 80 (al naar gelang de situatie van de weg) dan gaat een van de gele hesjes middenop de weg staan, steekt zijn hand omhoog en zwaait met de andere arm richting berm. Stoppen, papieren controle en vervolgens een boete. Die is niet mis: tot 80 euro voor snelheidsovertredingen, 120 euro als je je rijbewijs niet bij hebt, 20 euro als je je riem niet draagt enz.
Blanken zoals ik hebben een voordeel: de meeste agenten spreken Frans noch Engels en hebben dus enige huiver een muzungu aan te houden en met hem/haar een gesprek te moeten aangaan in een taal die ze niet meester zijn. In het beste (en meeste) geval laten ze je doorrijden, of manen vanuit de berm dat je wat rustiger aan moet doen. In het slechtste geval word je aangehouden en zegt de dienstdoende diender: “Papiers s’il vous plait” en daarna: “Limitez votre vitesse s’il vous plait.”
Gisteren had ik een heel jong mannetje die mij aanhield op de weg van Gitarama naar het Meer van Kivu. Hij had een heuse blokkade geïnstalleerd en werkte exact volgens het boekje de procedure af: stoppen vóór de blokkade, papieren svp. (hij weigerde een hand, dat is te amicaal), controle van het voertuig (“Aussi le triangle orange s’il vous plait”). Allemaal keurig en correct maar er was niets te vinden en bovendien realiseerde ook hij zich waarschijnlijk stilletjes dat als er wel iets te vinden zou zijn, hij dat moeilijk in Frans kon duidelijk maken, laat staan sanctioneren.
Overigens hebben de gele hesjes niet heel veel te doen. Onder weggebruikers heerst een amicale cultuur van elkaar waarschuwen. Automobilisten geven elkaar lichtsignalen en duiden met de wijsvinger naar beneden dat de agenten dichtbij zijn of omhoog als ze verweg zijn. Zelfs fietsers en voetgangers doen daaraan mee, dus dat verklaart ook de landerigheid van de meeste agenten.
Iets anders: Rwanda is in de uitverkoop. Vooal in de toeristische sector heeft dit Afrikaanse staatje zichzelf verkocht aan buitenlandse investeerders. Doorgaans Arabieren: een bedrijf met de naam Dubai World heeft toegezegd maar liefst 250 Amerikaanse dollars te investeren in nieuwe toeristische voorzieningen, zoals hotels, golfbaan en 4000 extra nieuwe dieren in Parc Akagera. Daar kun je dan straks overnachten in een luxe tent a 2000 dollar per nacht…! Bij het Meer van Kivu heeft een Libiër het mooiste hotel van het meer gesloopt om er een nieuw neer te zetten, ook al tegen enorm veel dollars.
Het is prachtig dat er wordt geïnvesteerd in toerisme, maar de kwaliteit is vooralsnog niet evenredig aan de prijzen die worden gevraagd. Deze week een wandeltochtje door het Woud van Ngungwe gemaakt (het grootste berg regenwoud van Afrika). De wandeling duurde 2 uur, de gids kon ons geen dier laten zien, op een enkele vogel na. Maar de entree kostte voor buitenlanders per persoon 50 dollar!
Ik vrees dat toerisme zo een eendagsvlieg wordt: veel en snel geld binnenhalen en dan de boel laten verslonzen. Dat geldt ook voor het geld van de Arabieren: het heeft een aantal Rwandezen in Kigali – toch al op belangrijke posten – waarschijnlijk veel geld opgeleverd – schuifgeld – maar of het op termijn ook iets voor het land betekent…. tja, daarover maar weer een andere keer.