Regelzucht



Openbaar vervoer in Rwanda.

Openbaar vervoer in Rwanda.

Matar, de enige echte buurtsuper van Butare, heeft vandaag geen kaas. De drie Libanezen die de grutter bestieren – twee broers en een vriend – zijn in hun aanbod nogal afhankelijk van de grillen en nukken van de Rwandese overheid.

Matar 1 legt uit waarom de kaasvoorraad op is: “Er zijn in Rwanda twaalf kaasboeren. Die worden momenteel allemaal gecontroleerd door het Rwandese ministerie van gezondheid. En dus zijn ze allemaal gesloten.”

Niet de eerste keer dat dit overkomt. Een maand geleden moest de bakkerij van Matar dicht: voldeed niet aan de hygiënische regels van het land. En dat gold niet alleen de bakkerij van Matar, maar in heel Butare gingen alle bakkersovens op slot. Er werd een pendeldienst ingesteld met de bakkerijen in Kigali (2,5 uur hier vandaan) om toch een zekere broodvoorraad te garanderen. Dat werd dus een week lang oud brood eten.

Na veel gesleutel, gemetsel en gebak mochten de bakkerijen in Butare weer open. Maar ziet: toen neusde de Rwandese Keuringsdienst van Waren rond in de bakkerswinkels in Kigali en gingen dié op slot: er ontstond een pendeldienst van brood en bakkerswaren in omgekeerde richting.

Zo werkt de overheid alle etenswaren van het land af. De restaurants waren al eerder aan de beurt, een half jaar geleden of zo. Zelfs het prestigieuze (??) hotel Ibis in Butare moest eraan geloven: eerst de hygiëne op orde, dan pas weer koken.

Het lijkt allemaal een beetje wezensvreemd in zo’n Afrikaanse context, waar de maaltijden worden bereid op houtskoolvuurtjes en de slagerijen in de openlucht hun vlees in stukken hakken voor de verkoop. Maar aan de andere kant: het is ook niet verkeerd als iemand op de hygiëne let. Anders ligt dat met het feit dat er nogal rigoureus maatregelen worden genomen om de zaak op orde te krijgen: na één waarschuwing gaat de tent op slot. En de meeste middenstanders hebben aan die ene waarschuwing niet voldoende.

Ondanks de serieuze en te waarderen pogingen om dit land een beetje te doen lijken op een keurig beschaafde en goed geregelde samenleving, blijft het toch erg Afrikaans aandoen. Neem nu de politiejongens en meisjes. Die hangen, zoals eerder vemeld, landerig langs de openbare wegen om zodoende het verkeer in goede banen te leiden. Zo nu en dan moeten de agenten zich verplaatsen, omdat de voorspelbaarheid van hun aanwezigheid op juist die ene plek wat al te groot wordt.

Maar de agenten hebben geen eigen vervoer. Dus houden ze een willekeurige automobilist aan. Dat gebeurt in dat geval niet met de hand omhoog, als stopteken. maar met de hand recht vooruit, wat het midden houdt tussen het Rwandese liftgebaar (een bedelende hand) en een stopsignaal. Vervolgens vragen ze een lift en stappen enkele kilometers verderop weer uit. Naar ik heb begrepen verdient het zeer de aanbeveling om zo’n lift te geven als automobilist. Je bent dan immers verzekerd dat deze agenten je verder nooit meer zullen aanhouden als er echt aanleiding voor is.

En om het beeld compleet te maken: alle ontkenningen en oprispingen van de Rwandese overheid ten spijt, bestaat er ook op laag niveau corruptie in dit o zo keurige landje. (NB: dat het op hoog niveau bestaat is een publiek geheim, maar omdat het geheim publiek is mag niemand het weten, want iedereen weet het al). Als het gaat schemeren, weten in ieder geval vrachtwagen – en taxichauffeurs dat het aanhoudingsgehalte door agenten aanzienlijk toeneemt: de Hermandad wil de dag graag met een biertje kunnen afsluiten.

Ik maakte dat zelf mee, onlangs. Nadat ik een vrachtwagen had ingehaald die met nog geen 10 kilometer per uur een berg op kroop, werd ik aangehouden omdat ik de manoeuvre had uitgevoerd op een traject waar een doorgetrokken streep op het asfalt stond. Na enige heen en weer gepraat, stopte de agent 5000 Rwandese francs in zijn zak, samen met het bekeuringsboekje dat hij er kort daarvoor had uitgehaald. Zonder daar ook maar iets te hebben ingevuld. De officiële boete zou het vijfvoudige zijn geweest.




Comments

No comments posted

Your comment


ANTI-SPAM:






Overview