Het wordt de tijd de werkelijkheid – en misschien wel waarheid – over de affaire Roos eens te publiceren. Want elke poging daartoe wordt zowel door Westerse media als door de Rwandese samenleving/overheid (wat hetzelfde is) manhaftig genegeerd of de kop in gedrukt.
Mevrouw Kabuye – rechterhand van de president, zowel officieel als chef de protocol als informeel als zijn al meer dan 20 jaar relatie als vertrouwelinge – wordt op zondag 9 november op de luchthaven van Frankrfurt opgepakt. Ze is een van de negen verdachten tegen wie een arrestatiebevel is uitgevaardigd door de Franse onderzoeksrechter Jean Louis Bruguière omdat ze betrokken zouden zijn geweest bij de aanslag op het vliegtuig waar president Juvenal Habyarimana om het leven kwam – daags daarop begon de genocide.
Mevrouw Kabuye reist alleen – geheel tegen de gewoonte in, waardoor ze haar status van diplomatieke onschendbaarheid verliest. Ze werkt onmiddellijk mee aan een verzoek om uitlevering aan Frankrijk – ook opmerkelijk.
In Rwanda worden geregisseerde – met sms-gestuurde – demonstraties gehouden, de Duitse ambassadeur wordt tijdelijk het land uit gestuurd (de Franse is al twee jaar weg, nadat het rapport van Bruguière was gepubliceerd) en het is Kill the Germans all over the country. De teksten van de demonstranten – doorgaans werkloze jongeren zonder toekomst, zonder opleiding – laat aan regie niets aan de verbeelding over: “Zeventig jaar na de holocaust wordt een redder van de Rwandese natie (tegen de genocide) opgepakt door Duitsland.” Geen van de deelnemende protestjongeren kan het zelf verzonnen hebben en degene die dat wel heeft gedaan mist zowel enige vorm van historisch besef en perspectief alsmede fatsoen.
Enfin, Kabuye naar Frankrijk en intussen heeft de president in een interview al laten weten dat de arrestatie erop gericht is om eindelijk klaarheid te brengen in deze zaak. Met andere woorden: de arrestatie was georganiseerd.
Inderdaad, want wat blijkt: drie weken voordat mevrouw werd gearresteerd dreigde de Franse justitie het rapport Bruguière eindelijk – na twee jaar wachten – te gaan behandelen. Schandaal op komst: in het openbaar worden hoge Rwandese functionarissen onder wie de president dan in een rechtszaak aangeklaagd en misschien veroordeeld.
Dus president Nicolas Sarkozy stuurt vijf dagen later zijn hoogste adviseur op terrein Afrika naar Rwanda: het eerste bezoek van dit niveau in twee jaar. Anderhalve week later vindt de georganiseerde arrestatie plaats – intussen is ook de Franse minister van buitenlandse zaken Bernard Kouchner in Kigali geweest. Officieel om over Oost Congo te praten, maar wel toevallig dat ook de naaste adviseur van Sarkozy er dan nog net is.
Kouchner laat als eerste een tipje van de sluier los: op een vraag van journalisten of de relatie Rwanda-Frankrijk niet nog meer kan verslechteren (typische vraag van domme reporters: hoeveel slechter kan het zijn als de diplomatieke banden al verbroken zijn), antwoordt Kouchner: “Nee, ik hoop het niet en ik denk het tegendeel.”
Later wordt Kouchner nog explicieter: hij zegt dat de vliegtuigaanslag helemaal niet belangrijk is, maar dat het om de genocide gaat en dat die ook had plaatsgevonden zonder aanslag (wat feitelijk juist is). Met andere woorden: Kouchner haalt daarmee het hele onderzoek van Bruguière onderuit, dat alleen over de aanslag gaat – maar wel een verband legt met de genocide.
Vervolgens zeggen onafhankelijk van elkaar (maar ja wat is in deze geregisseerde operatie nog onafhankelijk) Kouchner en de Rwandese minister van buitenlandse zaken dat de arrestatie de mogelijkheid biedt om veel misverstanden uit de weg te ruimen, aan de Rwandese “verdachten” de mogelijkheid biedt om zich eindelijk te kunnen verdedigen en dan de diplomatieke relaties weer te normaliseren. Daarin speelt mee dat Sarkozy en Kagame elkaar beter verstaan dan Chirac en Kagame – wat door de Rwandese minister van buitenlandse zaken ruiterlijk wordt toegegeven.
Dat laatste is mooi, hoewel de bittere smaak achterblijft waarom mensen in Rwanda daarvoor de straat op gejaagd worden om in geregisseerde demonstraties leuzen te scanderen waarvan ze zelf de context niet begrijpen. Veel Rwandezen die ik sprak vonden het beeld heel erg lijken op de dagen voorafgaande aan de genocide, toen ook massaal georganiseerde demonstraties werden opgezet. Wat dat betreft heeft men hier ten lande weinig geleerd van de geschiedenis.
Wat ook achterblijft is het onbevredigende gevoel dat de aanslag op het vliegtuig (met twee dode presidenten: die van Rwanda en die van Burundi) ook vijftien jaar na dato maar niet onderzocht wordt of mag worden. De Verenigde Naties raakten de zwarte doos kwijt in hun eigen bureau in New York notabene, de openbaar aanklager van het Internationale Tribunaal voor Rwanda werd van haar werk afgehaald toen ze te dicht bij dit onderwerp kwam (lees hierover het fascinerende boek van Carla del Ponte zelf: Mevrouw de Aanklager). En nu blokkeren Frankrijk en Rwanda in een gezamenlijke actie verder justitieel onderzoek dat een licht op de zaak zou kunnen werpen. Goed er zijn boeken over geschreven, journalisten hebben er onderzoek naar gedaan – maar dat heeft allemaal officieel niets uitgehaald: het is en blijft inderdaad een zwarte doos en dan ook nog in het niets verdwenen.
Dit verhaal, lieve lezertjes, kunt u wel teruglezen in sommige media: Trouw publiceerde een stukje van de puzzel en De Standaard deed een ander stukje. NRC – mijn vaste afnemer – twijfelt tot op de dag van vandaag uit onvermogen en gebrek aan inzicht. Zo wordt de geschiedenis gevuld met gaten en ontbrekende feiten. En tegen de tijd dat die wel aan het licht komen, ach dan is het allang prehistorie uit een klein onbenullig landje in een zwart continent.