De Wereldbank en de anti-corruptie NGO Transparancy International hebben Rwanda uitgeroepen tot een voorbeeldland dat corruptie bestrijdt en aanpakt. Als voorbeeld worden twee arrestaties aangehaald van hoge ambtenaren die zich verrijkt hadden uit respectievelijk de kas van het Nationale Bureau voor Statistiek en het onderwijs.
Het is waar en niet waar. Ik bedoel het is waar, want wie in Rwanda een formuliertje nodig heeft van de overheid, maakt niet uit wat, moet eerst naar het belastingkantoor dat de schone naam Rwanda Revenue Authority heeft, betaalt daar het bedrag dat afgesproken is en gaat met een kwitantie het betreffende formuliertje halen, boete betalen, dienst afnemen.
Dat ziet er Europees uit en dat willen Rwandezen graag. Want Rwanda weet heel goed hoe je de internationale gemeenschap kunt pleasen: door je precies zo te gedragen als een Europeaan – als Europeanen in Afrika het gevoel hebben dat het net als bij hen thuis is, dan zeggen ze dat het land ontwikkeld is, of op z’n minst hard op weg is daarnaar toe. Het referentiekader van de gemiddelde Europese diplomaten en ontwikkelingswerkers is nu eenmaal Nieuwegein of staddeelkantoor Osdorp.
Maar goed, corruptie dus: het is ook niet waar. Uit eigen ervaring weet ik dat elke vrachtwagenchauffeur in zijn offerte voor een transport een bedrag opneemt ” politie”, bedoeld om de agenten langs de weg een bijdrage te geven in hun levensonderhoud: tussen de 2000 en 5000 franc (€2,50 a €6,=) is normaal. Dat zijn diezelfde agenten die sinds kort stickers en badges dragen met in wit op blauw gedrukt ‘ No corruption’ in twee talen, nog wel: Engels voor de naieve buitenlander en kinyarwanda om het een beetje echt te doen lijken.
Corruptie is de smeerolie van elke maatschappij – zelfs in Nederland, alleen daar gaat het samen met taboe en in Afrika is het wat dat betreft net als seks: taboeloos. Speciaal om de witte te pleasen, inderdaad die muzungu uit de blog hiervoor.
En nu ik het daar toch over heb: ik wil ook nog wel even aanstippen dat muzungu’s ook hun voordelen hebben. Onlangs moest ik een procedure doorlopen die verband houdt met adoptie. Daarvoor hadden we een bewijs nodig dat adoptiekind en adoptieouders op een en hetzelfde adres wonen. Wij meldden ons bij de meest lokale autoriteit, de chef de village – zeg maar de buurtoudste. Na lang wikken en wegen was deze lokale meneer bereid om een brief te ondertekenen waarin stond dat hij erkende dat wij samen met adoptiemeisje wonen. Zeker lang wikken en wegen, want hoe lager de autoriteit, hoe meer je dat moet laten gelden.
Vervolgens moest die handtekening gelegaliseerd worden ten behoeve van de Nederlandse ambassade + adoptieprocedure. Daarvoor is in dit land slechts een notaris bevoegd, die van het ministerie van Justitie. Maar die notaris zei – nadat ik twee uur in een sombere wachtkamer had gezeten en gekeken naar TV Rwanda met een slechte ontvangst, wat bij TV Rwanda eigenlijk niet zoveel uitmaakt- dat ze natuurlijk niet een handtekening kon legaliseren van een lokale autoriteit die ze niet kende.
Logisch. Dus of we maar even naar de gemeente wilden gaan om aan de notaris van die gemeente te vragen of die de handtekening legaliseerde, waarna zij bij het ministerie weer de handtekening van die notaris zou legaliseren.
Volg je het nog? Want het wordt nog ingewikkelder. De notaris van de gemeente zei dat ze de handtekening niet kon legaliseren zonder de handtekening van de chef van de secteur, zeg maar deelgemeente. Gelukkig was er een collega chef secteur die in ruil voor een lift wel de echt verantwoordelijke chef secteur wilde benaderen. Zo gezegd zo gedaan, die verantwoordelijke chef werd uit een vergadering met parlementariers gehaald (!!), zette haar handtekening met stempel en daarmee togen we weer naar de plaatselijke notaris, die de handtekening legaliseerde en vervolgens deponeerden we de rijk van stempels voorziene brief bij de notaris van Justitie, die zei dat het zo in orde was. Daags daarop konden we met nog meer stempels richting ambassade.
U vraagt zich af: dat heeft zeker dagen, zo niet weken geduurd, daar in Afrika?
Nee, welgeteld een uur. Dankzij de bemiddeling van de liftende chef de secteur, zeker. Maar ook omdat ik muzungu ben en dus met alle egards en voorrang werd geholpen. Wat een behoorlijk genante situatie was als je een rij van dertig wachtende personen mag passeren, die daar al uren zit te staren met een volgnummertje in de hand.
Hoefde ik niets te betalen? Jawel, de Rwanda Revenue Authority, oftewel 2x 1200 franc (2x €1,50). That’s it. Ik meende echter wel heel duidelijk een gesprek te horen tussen de liftende chef secteur en een ambtenaar van de verantwoordelijke secteur waarin verschillende keren het woord ‘amafranca’ (GELD) viel – maar ere wie ere toekomt, de liftende chef de secteur schudde duidelijk zijn hoofd. No corruption, als er een muzungu in het spel is. Alle egards en voorrang, dat wel…
Margot | Dinsdag 22 September - 10:47 |
Hallo Jeroen, Mooi verhaal weer op je weblog, en ik vind je overpeinzingen zinnig. Ik ben inmiddels al weer een maand terug in Nederland, jammer dat we elkaar niet nog even hebben gezien voor mijn vertrek. Mocht je binnenkort weer naar Nederland komen dan kunnen we misschien weer eens in St. Joris of de Klap afspreken? Succes en groeten, Margot |